Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Dan, hulp van God verkregen hebbende, [28]sta ik tot op dezen dag, betuigende beiden [29]klein en groot; niets zeggende buiten hetgeen de profeten en Mozes gesproken hebben, dat geschieden zoude: 28. Dat is, ben ik nog in het leven behouden, en daarom niet trager geworden om het Evangelie te verkondigen. 29. Dat is, een iegelijk, van wat staat of bediening hij zij.